Leerstellige verklaring.
Introductie: "Zo bid ik u dan, ik de gevangene in de Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt; met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde; u benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door de band des vredes. één Lichaam is het een één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot één Hoop uwer roeping; één Heere, één Geloof, één Doop, één God en Vader van allen. Die daar is boven allen en door allen en in u allen. Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven naar de mate der gave van Christus". (Efeze 4:1-7).
Wij bevestigen hierbij dat de hierboven beschreven zevenvoudige eenheid, de leerstellige verklaring is, van de Heilige Geest voor de gemeente, welke is het Lichaam van Christus. Wij geloven dat alle uitingen met betrekking tot de leerstellige positie en vereisten in deze bedeling van de genade van God, in volledige overeenstemming moeten zijn met de omlijning van de Heilige Geest. Wij herkennen andere leerstellige eenheden voor andere bedelingen, maar bevestigen nadrukkelijk dat alleen Efeze 4:4-6 de leerstellige eenheid bevat voor deze bedeling. We willen in volledige overeenstemming zijn met de gezindheid van de Heilige Geest, en daarom houden we vast aan de volgende leerstellige overtuigingen:
DE BIJBEL
De gehele bijbel is woordelijk geïnspireerd door God, en heeft volledige autoriteit.(2 Tim.3:16-17, 2 Petr.1:21). Wij geloven dat God Zijn Woord bewaard. De Statenvertaling van de Bijbel is de betrouwbare vertaling in de Nederlandse taal zonder weglatingen van woorden of soms zinnen zoals bij andere vertalingen voorkomen. (Matt. 20:22; Mark. 6:11;7:8 Joh. 3:13,15 Hand. 2:30;17:26 Rom. 1:16 1 Kor 1:14 Efe 3:9,14 Kol. 1:2 1 Tim 3:16 etc.)
GOD
Er bestaat EEN GOD, van eeuwigheid bestaande uit drie personen, Vader, Zoon en Heilige Geest. (Deut.6:4, Joh.4:24, 10:30, Ef.4:6).
DE PERSOON VAN CHRISTUS
Jezus Christus verwekt door de Heilige Geest, werd geboren uit de maagd Maria, en is zowel waarlijk God als waarlijk Mens. (Luk,1:35, Fill.2:6-9, Rom.1:3-4).
DE MENSELIJKE NATUUR
Alle mensen zijn van nature dood in hun overtredingen en zonden. Hierdoor zijn ze niet in staat door eigen werken te doen wat voor God welgevallig is, (Ef.2:1-3, Rom.3:9,23;8:7-8). Er wacht een straf voor degenen die Christus hebben verworpen. (Joh. 3:36; Open. 20:15).
VERLOSSING
God rechtvaardigt goddeloze zondaren uit Zijn genade, op basis van het bloed van Christus, door middel van geloof. Deze volledige behoudenis wordt door God geschonken als een gave onafhankelijk van de werken van de mens. (Rom.3:24-28, 5:1,9, Ef.2:8-9).
EEUWIGE ZEKERHEID
Alle geredde mensen hebben eeuwige zekerheid in Christus. (Rom. 6:23; 8:1; 8:31-39 Col.2:9, 3:1-4, Fil.1:6 ).
DE PERSOON EN HET WERK VAN DE HEILIGE GEEST
De Heilige Geest is een Persoon die de wereld overtuigt van zonde, en die de geredde mensen wederopwekt, doopt, verzegelt, verlicht, bekrachtigt en in hen woont. (Joh.16:8, Tit.3:5, 1 Cor.12:13, Ef.1:3,17,18, 3:16).
DE GEMEENTE
In de huidige bedeling van genade maken wij onderscheid tussen de GEMEENTE "het Lichaam van Christus" waar alle geredde mensen lid zijn (1 Cor.12:13, Ef.1:22,23, 3:6). Van het profetische aardse koninkrijk van Christus. De historische verschijning van het lichaam van Christus begint met de apostel Paulus.
DE WANDEL
Vanwege de overwinning van Christus over de zonde, en de Heilige Geest die woont in de geredde mensen, mag en zou een ieder van hen de verlossing moeten ervaren van de macht der zonde door Rom.6:11 te gehoorzamen. Maar we ontkennen dat de zondige natuur van de mens ooit in dit leven uitgeroeid kan worden. (Rom.6:6-14, Gal.5:16-25, Rom.8:37, 2 Cor.2:14, 10:2-5). Wij hebben in dit leven nog steeds de zondige natuur, Romein 6:6-14, Galaten 5:16-25. We zullen niet meer zondigen als wij een nieuw lichaam gekregen hebben, Romeinen 8:23, II Corinthe 5:2-6, Filippensen 3:21. Wij moeten wandelen als heiligen (letterlijk; degenen die apart gezet zijn) en als leden van de ware gemeente ( letterlijk: degenen die geroepen zijn). We moeten onze positie waarmaken en eerbiedige getuigen zijn voor Christus. En niet gelijkvormig wordende aan deze wereld, tonende onze gehoorzaamheid aan de Heere Jezus Christus en liefde betonende voor de mensen.
DOOP -
Alle geredde mensen zijn lid geworden van het Lichaam van Christus door EEN doop (dit is de doop door de Heilige Geest in het Lichaam van Christus 1 Kor. 12:13). Door deze doop wordt elk lid van het Lichaam van Christus geïdentificeerd met Christus in Zijn dood, begrafenis en opstanding. In het licht van de verklaring in Efeze 4:5 betreffende de één doop, de verklaring betreffende de doop in Col.2:12, en de verklaring van Paulus in 1 Cor.1:17 dat "Christus hem niet gezonden heeft om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen", bevestigen wij dat de waterdoop geen plaats heeft in Gods geestelijk programma voor het Lichaam van Christus, in deze bedeling van genade.
De drinkbeker der dankzegging & Het brood, dat wij breken,
16 De drinkbeker der dankzegging, dien wij dankzeggende zegenen, is die niet een gemeenschap des bloeds van Christus? Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? 1 Kor 10
Het is een inzetting voor de Gemeente het Lichaam van Christus. De deelname door de leden van het lichaam van Christus, is zoals geopenbaard door de apostel Paulus in 1 Cor.11:23-26, een gebeurtenis om na te leven "totdat Hij komt". Er is geen enkele plaats in de Schrift te vinden, waar het drinkbeker & het broodl verbonden wordt met de waterdoop, noch qua verordening, noch qua sacrament van de gemeente.
HOOFDBEDEKKING -
Het is een inzetting voor de Gemeente het Lichaam van Christus. 5 Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof haar het haar afgesneden ware. 10 Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil. 13 Oordeelt gij onder uzelven: is het betamelijk, dat de vrouw ongedekt God bidde?
OPSTANDING
Jezus Christus is lichamelijk opgestaan uit de dood, Lucas 24:39-43. En als Hij komt 1 Kor. 15:21 zal Hij alle geredde mensen opwekken tot eeuwigdurende heerlijkheid. Op het einde zal Hij alle verloren mensen opwekken tot eeuwigdurende veroordeling. (1 Cor.15:22-24, Openb,20:11-15).
DE TWEEDE KOMST VAN CHRISTUS
Vóór het duizendjaring rijk zal Christus persoonlijk voor de tweede keer komen. De eerste keer zal Hij komen om de gemeente voor Zichzelf te ontvangen, daarna zal Hij het duizendjarig rijk ontvangen om daarover te regeren. (1 Thes.4:13-18, Fil.3:21, Openb.12:11, 20:10).
ONZE TOEVERGADERING TOT HEM,
(de opname van de Gemeente 2 Thess. 2:1)
(de opname van de Gemeente 2 Thess. 2:1)
De opname van de gemeente "die Zijn lichaam is" en de wederkomst van Christus zullen voor het duizendjarig rijk plaatsvinden. Eerst komt Hij de leden van Zijn lichaam halen, I Thess. 4:13-18, Filip. 3:20,21, en later Zijn Koninkrijk op aarde bevestigen, waarover Hij gaat regeren, Zacharie 14:4-9, Hand. 1:10,11, Open. 19:11-16; 20:4-6. Omdat de opstanding en de opname van het lichaam van Christus een aparte boodschap, een deel van het geheimenis is, zal Hij in de lucht verschijnen VOOR de grote verdrukking, I Thess. 4:13-18, Filipp. 3:20,21, Titus 2:13,14, I Cor. 15:51-53. De grote verdrukking is een deel van het profetische programma, Jeremia 30:7, Matt. 24:15-31. En de opname van de gemeente is een deel van het geheimenis dat geopenbaard is aan de apostel Paulus, I Cor. 15:50-51. De opstanding van de andere behouden mensen (degenen die vóór het lichaam van Christus behouden waren) zal plaatsvinden NA de verdrukkingstijd, Open. 20:6.
DE POSITIE VAN DE DODEN
Er is geen andere hoop voor degenen die Christus als hun Verlosser verworpen hebben en doodgingen. Integendeel, in de Schrift staat, dat zij gestraft zullen worden tot in alle eeuwigheden, Lucas 16:23-28, Openbaring 14:11; 20:14,15, Joh. 3:36, II Thess. 1:9. De z.g. lering van alverzoening, een proeftijd na de dood, vernietiging van dode verloren mensen, of onbewuste positie van de doden (zowel behouden als verloren mensen), Lucas 16:23-28, Filipp. 1:23, II Cor. 5:6-8. Zij worden door ons NIET geaccepteerd en worden als onschriftelijk en gevaarlijke lering gezien.
OPDRACHT
De opdracht en bediening van de gemeente is de apostel Paulus te volgen, en de openbaring van het geheimenis, welke de Here Jezus Christus vanuit de hemel door hem aan ons gegeven heeft. (1 Cor.4:16, 11:1, Fil.3:17, 1 Thes.1:16, Rom.11:13, 15:16, Ef.3:1, 1 Tim.2:7, 2 Tim.1:11, 2:2). Het evangelie welke Paulus 'mijn evangelie' noemde, is Gods boodschap voor vandaag, in tegenstelling tot het evangelie van de besnijdenis. (Rom.2:16, 16:25, 2 Tim.2:8, Gal.1:6-9, 2:2,5-7). Evenals Paulus, behoren wij ernaar te streven het evangelie te prediken in die streken waar Christus nog niet bekend is.