DE PREDIKING VAN HET KRUIS EEN SCHRIFTELIJKE VERDEDIGING
Door C.R. Stam
Bent u bereid om een artikel te lezen dat voornamelijk is samengesteld uit teksten? Ik hoop het, want het volgende artikel is een gedegen schriftelijke verdediging van "de prediking van het kruis".
Waarom is zo'n verdediging noodzakelijk? Hopelijk zal de meerderheid van onze lezers zich met ons verheugen in de doeltreffendheid van het verlossende werk van onze Here aan het kruis. Maar sommigen - oprechte gelovigen en goede vrienden - zijn van mening dat tenzij we de begrafenis en opstanding van onze Here noemen tesamen met Zijn dood voor onze zonden, we niet echt het evangelie prediken. Deze conclusie wordt meestal gebaseerd op I Korinthe 15:1-4 en Romeinen 10:9,10.
Terwijl we het van harte erkennen dat iedereen die de opstanding van Christus ontkent (wie zou Zijn begrafenis betwijfelen?) niet behouden kan worden, schuiven we de uitleg van de bovenstaande gedeelten even terzijde, om een duidelijk feit te beschouwen dat essentiëel is voor het onderwerp van dit artikel. De apostel Paulus verkondigde in zijn prediking van het "evangelie van de genade van God" vaak de dood van Christus voor onze zonden apart van enige direkte verwijzing naar Zijn opstanding. Om dit te benadrukken zullen we op sommige plaatsen waar zijn woorden aangehaald woorden, hoofdletters gebruiken.
PAULUS EN HET KRUIS
Verwijzende naar zijn vroege bediening onder de Korinthiërs zegt hij: "Want ik heb niet voorgenomen IETS TE WETEN ONDER U, DAN JEZUS CHRISTUS, EN DIE GEKRUISIGD." (I Korinthe 2:2)
Jazeker, in deze brief benadrukt hij het feit dat zijn boodschap ten diepste niet de prediking van de kruisiging, begrafenis en opstanding van Christus was, maar "de prediking van het kruis". Zijn eigen, door de Geest geïnspireerde woorden (naast die hierboven aangehaald zijn) zijn hierover erg duidelijk:
"Want Christus heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, OPDAT HET KRUIS VAN CHRISTUS NIET VERIJDELD WORDT. Want het WOORD DES KRUISES is wel voor hen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het EEN KRACHT GODS;" (I Korinthe 1:17-18).
Merk op dat in dit gedeelte "de prediking van het kruis", "het Evangelie" genoemd wordt. En hij vervolgt met:
"Doch WIJ PREDIKEN CHRISTUS, DE GEKRUISIGDE, de Joden wel een ergernis, en de Grieken een dwaasheid; Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, DE KRACHT GODS, EN DE WIJSHEID GODS." (I Korinthe 1:23,24)
Hoe belangrijk het geloof in de opstanding van Christus ook is - en we zullen dit later bespreken - Christus werd niet opgewekt uit de doden om voor onze zonden te betalen: "Christus is gestorven voor onze zonden" (I Korinthe 15:3). Noch riep Hij tijdens Zijn opstanding "Het is volbracht", maar tijdens Zijn kruisiging. Vandaar dat de apostel tegen de Galaten zegt dat door zijn bediening: "U...Jezus Christus voor de ogen tevoren geschilderd is geweest, ONDER U GEKRUIST ZIJNDE" (Galaten 3:1).
Ook aan hen had hij verkondigd: "Jezus Christus en Die gekruisigd", en het "volbrachte werk aan het kruis", ten bate van hen allen daarmee de pogingen van de mensen die de wet wilden houden en daarmee in het vlees een "schoon gelaat wilden tonen...", afkeurende.
"...ALLEEN OPDAT ZIJ VANWEGE HET KRUIS VAN CHRISTUS NIET ZOUDEN VERVOLGD WORDEN." (Galaten 6:12)
Over zichzelf zegt hij: "MAAR HET ZIJ VERRE VAN MIJ, DAT IK ZOU ROEMEN, ANDERS DAN IN HET KRUIS VAN ONZE HERE JEZUS CHRISTUS..." (Galaten 6:14).
Aldus schrijft de apostel aan de Kolossensen over onze Here "...VREDE GEMAAKT HEBBENDE DOOR HET BLOED ZIJNS KRUISES..." (Kolossensen 1:20).
En aan de Efeziërs verklaart hij zelfs dat onze Here aan het kruis "...de vijandschap in Zijn vlees tenietgemaakt heeft" (Efeze 2:15-16).
DOOD EN BLOED
Maar als we de betekenis van het kruis gaan onderzoeken, dan ontdekken we dat er een nog grotere nadruk wordt gelegd op de noodzaak van de dood van onze Here, en het vloeien van bloed voor onze behoudenis.
In Romeinen 5 lezen we:"Want CHRISTUS, toen wij nog krachteloos waren, IS TE ZIJNER TIJD VOOR DE GODDELOZEN GESTORVEN." (vers 6)
"Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, DAT CHRISTUS VOOR ONS GESTORVEN IS, toen wij nog zondaars waren" (vers 8).
"Want indien wij, vijanden zijnde, MET GOD VERZOEND ZIJN DOOR DE DOOD VAN ZIJN ZOON..." (vers 10).
Het voorgaande wordt ook duidelijk uiteengezet in Kolossensen 1:21,22: "En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook VERZOEND, IN HET LICHAAM ZIJNS VLESES, DOOR DE DOOD."
Wat is het een zegen om te weten dat de gebeurtenis op Golgotha behoudenis voor allen mogelijk heeft gemaakt:
"...OPDAT HIJ DOOR DE GENADE GODS VOOR ALLEN DE DOOD SMAKEN ZOU." (Hebreeën 2:9, vergelijk dit met I Timotheüs 2:3-7)
"...OPDAT HIJ DOOR DE DOOD TE NIET DOEN ZOU DEGENE, DIE HET GEWELD DES DOODS HAD, DAT IS, DE DUIVEL; EN VERLOSSEN ZOU AL DEGENEN, DIE MET VREZE DES DOODS, GEDURENDE HEEL HUN LEVEN, aan de dienstbaarheid onderworpen waren." (Hebreeën 2:14,15)
Het bloed wat voor ons op Golgotha vergoten is, schenkt veel genade. De apostel Paulus schrijft aan de oudsten te Efeze dat "de gemeente Gods, verkregen is door Zijn eigen bloed" (Handelingen 20:28). En zijn brieven staan vol met gedeelten over de noodzaak en de waarde van "het kostbaar bloed van Christus". Sommigen luiden als volgt:
"Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, NABIJ GEWORDEN DOOR HET BLOED VAN CHRISTUS." (Efeze 2:13) "...vrede gemaakt hebbende DOOR HET BLOED ZIJNS KRUISES" (Kolossensen 1:20). "In Wie wij hebben de VERLOSSING DOOR ZIJN BLOED, NAMELIJK DE VERGEVING DER MISDADEN, NAAR DE RIJKDOM VAN ZIJN GENADE". (Efeze 1:7) "...zijnde nu GERECHTVAARDIGD DOOR ZIJN BLOED..." (Romeinen 5:9). "...DOOR HET GELOOF IN ZIJN BLOED..." (Romeinen 3:25).
DE BASIS VAN ONZE VERLOSSING
Tot dusver hebben we duidelijk gezien dat de apostel Paulus zeer vaak een of ander aspect van behoudenis ver-kondigt, door het kruis, de dood, en het bloed van Christus, zonder in de nabije context de opstanding te noemen.
En nadat Petrus had "gezien" en "bekend" dat Paulus' boodschap van genade geldigheidskracht had, (Galaten 2:6-9), verkondigde hij in dit opzicht hetzelfde als Paulus, zonder in de nabije context de opstanding te noemen. "De uitverkorenen naar de voorkennis van God de Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en BESPRENGING MET HET BLOED VAN JEZUS CHRISTUS..." (I Petrus 1:2).
"Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt...MAAR DOOR HET DIERBAAR BLOED VAN CHRISTUS, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam;" (I Petrus 1:18,19)
Het is niet alleen maar Paulus die vaak de dood van Christus verkondigt, zonder daarbij Zijn opstanding te noemen, maar omdat zijn brieven door God geïnspireerd zijn, is het God die dit zo gewild heeft. Het avondmaal wordt genoemd als, zijnde een "gemeenschap aan het bloed van Christus" en van "het (gebroken) lichaam van Christus" (I Korinthe 10:16). Zo dikwijls als wij het avondmaal vieren, behoren wij te "verkondigen de dood des Heren totdat Hij komt." (I Korinthe 11:26)
TERUG NAAR I KORINTHE 15
Maar verklaart I Korinthe 15:1-3 niet dat de boodschap van de dood, begrafenis en opstanding van onze Here "het evangelie is ...door hetwelk gij ook zalig wordt"? Jawel, maar dit is niet het hele verhaal.
1. "Het evangelie van de genade van God" hetwelk Paulus verkondigde, houdt zeker niet alleen de feiten van de dood, begrafenis en opstanding van Christus in, want in hetzelfde hoofdstuk verbindt hij de opstanding van de Here onlosmakelijk met ons blijde nieuws, en verklaart dat bij Christus' komst om ons tot Zich te nemen, "de doden (in Christus) onverderfelijk opgewekt zullen worden" en "wij (die dan in leven zullen zijn) zullen veranderd worden". (vers 52) Trouwens, is niet de hele geweldige openbaring van het geheimenis "het evangelie van de genade van God", inclusief de gezegende waarheden van het "ene lichaam" met zijn hemelse positie, zegeningen en voor-uitzicht? Dit is zeker de strekking van de woorden van de apostel in Efeze 3:1-4. Kunnen we dan stellen dat als iemand niet al deze waarheden tegelijkertijd predikt, hij niet het evangelie verkondigt?
Maar al dit goede nieuws is gebaseerd op en begint met de dood, begrafenis en opstanding van Christus, en vooral met Zijn dood, zoals we eerder gezien hebben. Dit is het evangelie dat zalig kan maken.
2. Achtergronden zijn belangrijk in dit soort situaties. We behoren niet te vergeten dat duizenden discipelen na Pinksteren overal naar toe gingen om de opstanding van Christus te verkondigen, en zelfs Paulus en veel van zijn volgelingen hebben hetzelfde gedaan, zodat het feit van de opstanding van Christus op veel plaatsen bekend was, hoewel niet altijd geloofd werd. Dus toen Paulus behoudenis predikte door de dood van Christus, werd dit zonder twijfel begrepen als zijnde de dood van de nu - opgestane Christus. Als zijn toehoorders dit niet begrepen, dan kunnen we er zeker van zijn dat hij het aan hen duidelijk gemaakt zou hebben, net zoals wij in een soortgelijk geval gedaan zouden hebben.
Het is natuurlijk waar dat degenen die de opstanding van Christus ontkennen, niet behouden zijn, maar geloven die dan wel dat Hij voor hun zonden gestorven is? Als we aan de ongelovigen verkondigen dat "Christus stierf voor onze zonden", en sommigen vertrouwen Hem daarna als hun Verlosser, is het dan mogelijk dat zij hun vertrouwen stellen in een gewone man, die negentienhonderd jaar geleden gestorven is en nu zelfs niet meer leeft? Is het mogelijk dat zij kunnen geloven dat een gewone man, die nu dood is, voor miljoenen anderen vergeving van zonden, eeuwig leven en een plaats in de hemel tot stand heeft gebracht?
3. Paulus zei tegen de oudsten te Efeze: "Want ik heb niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al de raad Gods." (Handelingen 20:27) maar hij heeft niet alles tijdens elke prediking verkondigd. In Romeinen 10:9 zegt hij:
"...indien gij met uw mond zult belijden de Here Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden."
En, hoewel hij dit "het woord des geloofs, hetwelk wij prediken" (vers 8) noemt, verwijst hij zelfs niet naar de dood van Christus. Dit behoort degenen die zeggen dat we nooit de dood van Christus moeten prediken zonder Zijn opstanding te noemen, aan het denken te zetten. Natuurlijk predikte Paulus hier niet het hele evangelie, maar het is overduidelijk dat hij dit deed omdat hij aannam dat degenen die in de opstanding van onze Here wilden geloven, al de feiten rond Zijn dood al hadden begrepen. Hier benadrukt hij simpelweg dat we niet zomaar een Redder hebben, maar een levende Redder.*
*Het is opvallend dat voor de uitverkiezing van Paulus, de twaalf zich niet bezighielden met de zogenaamde "prediking van het kruis". Zij beschuldigden hun toehoorders van de kruisiging van Christus, en vereisten bekering en doop voor vergeving van zonden. Zij boden de dood van Christus niet aan als de basis voor hun behoudenis (Handelingen 2:36, 3:13-15, 4:10, vergelijk 2:38). Hun belangrijkste boodschap was de opstanding van Christus, Die zou gaan plaatsnemen op de troon van David (Handelingen 2:29,31) terwijl de belangrijkste boodschap van Paulus de dood van Christus voor de zonden van de wereld was. En hij zelf was het levende bewijs van wat Golgotha had bereikt.
4. Maar veronderstel eens dat een bepaalde eenvoudige gelovige zijn vriend zou vertellen over de dood van Christus voor zijn zonden, en dat die persoon Christus als zijn persoonlijke Verlosser aan zou nemen, niet wetende dat Christus uit de doden opgestaan is, maar Hem toch meer dan een gewone man zou beschouwen. Hij had beelden van "Christus" gezien, had overal over Hem horen spreken, wist dat mensen tot Hem baden, maar de gedachte aan een opstanding was nog nooit in hem opgekomen. Hij geloofde alleen, en verheugde zich daarin, dat Christus uit Zijn liefde zijn zonden had betaald. Onmogelijk, zegt u? Nee! Gods genade is zo groot.
Ik ken een man die heel zijn leven een overtuigd atheïst was geweest, maar op een dag op wonderbaarlijke wijze behouden werd en enthousiast de diensten van onze gemeente ging bezoeken. De eerste week namen we hem mee naar een mannen gebed ontmoeting. We knielden allen neer, en sommige mannen noemden in hun gebed de Heilige Geest. Dit veroorzaakte een grote verwarring bij deze man. Na de ontmoeting vroeg hij ongerust: "Ik snap het niet, geloven jullie in geesten?" Maar toen we de Schrift openden en hij de heerlijke waarheid van de Heilige Geest, Zijn persoon en Zijn werk leerde kennen, liep zijn hart over van vreugde. Natuurlijk geloofde hij in dit belangrijke onderdeel van de geloofsleer ... toen hij er eenmaal over gehoord had! Hij leek hiermee veel op de discipelen in Handelingen 19, die zelfs niet wisten dat er een Heilige Geest was (vers 2), maar toen ze over Hem hoorden, geloofden ze en verheugden zich daarin (vers 6,7).
Er zijn nog meer belangrijke leerstellingen die even belangrijk zijn als de opstanding van Christus (Zijn maagdelijke geboorte, Zijn eenheid met God in de drie eenheid etc.), waarvan degenen die net behouden zijn misschien nog nooit gehoord hebben. Maar vertrouw erop, dat als de mensen die echt behouden zijn deze dingen zullen horen, dan zullen ze zeker hierin geloven, en zich daarin verheugen.
We zijn niet erg diep ingegaan op het bijzondere belang van de opstanding van Christus, maar dit is geen artikel over de opstanding; het is veel meer een verdediging van wat Paulus terecht noemde: "de prediking van het kruis".
^^^^^^^^^^^^^^^