MIJN GETUIGENIS EN BELIJDENIS
Door: D. Avnon
info@bijbel.nl / Tel: 06-53625525
U bezoek ons al enige tijd in www.Bijbel.nl. Misschien heeft u zich afgevraagd wie de schrijver is, en wat hij belijdt. Bij deze neem ik de vrijheid om mezelf aan u voor te stellen, alhoewel het niet mijn levensdoel is om mezelf bekend te maken, maar Gods genade zoals het geopenbaard is door Zijn Zoon de Heere Jezus Christus, onze Verlosser en Heiland.
Ik ben geboren en getogen in Israël. Thuis had ik geen tekort aan liefde maar diep in mijn hart was ik op zoek naar de waarheid; naar de echte betekenis van het leven; op zoek naar God. Tijdens een verblijf in het zuiden van Israël mocht ik door Gods genade andere mensen ontmoeten die met mij het evangelie deelden. Het goede nieuws was: "Christus is de Messias"; "Hij is ook de Verlosser en Heiland en Hij stierf ook voor mijn zonden". Daar hoorde ik voor het eerst in mijn leven Gods plan van behoudenis. Toen pas begreep ik dat ook ik als Jood een Verlosser nodig had.
"Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want éénzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen." (Romeinen 10:12)
Uit verder onderzoek in het zogenaamde Oude Testament, het profetische Woord aangaande de Messias Die komen zou, zag ik al heel snel dat de Heere Jezus Christus de beloofde Messias is. Een verdere uitleg over Gods werk en plan verduidelijkte mij dat Christus' dood aan het kruis zich niet alleen beperkt tot het verleden, maar dat Hij ook is opgestaan en dat geloof in Hem de enige weg is waardoor Joden en heidenen vandaag behouden kunnen worden, en Gods kinderen kunnen zijn. Op 21 - jarige leeftijd (1979) ben ik door Gods genade een kind van Hem geworden. De Bijbel is de basis van mijn geloof geworden en daar stel ik mijn vertrouwen op.
Ik weet dat mijn Verlosser leeft en ik verwacht Zijn verschijning elke dag, (I Thessalonicensen 4:13-18). Ik weet dat niemand mij kan scheiden van Gods liefde, ook niet mijn eigen zwakheden, tekortkomingen of ongeloof en met mijn gehele hart vertrouw ik Gods beloften in Romeinen 8:35-39 en II Timotheüs 2:11-13. Ik ben blij dat mijn rechtvaardigheid volkomen is in Jezus Christus en alleen door Hem, niet door religieuze werken maar alleen door Zijn genade. Ik dank God dat sinds ik behouden ben Hij mij dagelijks Zijn kracht en wijsheid geeft om Hem te dienen en alleen Hem te behagen.
WAT IK BELIJD EN WAAR IK ACHTER STA
Ik geloof met mijn gehele hart dat de Bijbel is door God geïnspireerd. Hier in Nederland ben ik voorstander van de Staten Vertaling van de Bijbel. Deze vertaling is getrouwelijk vanuit de juiste Griekse grondtekst overgezet, dit in tegenstelling tot de N.B.G.- en andere vertalingen, die veel afwijkingen vertonen, waaronder sommigen heel misleidend kunnen zijn. Ik geloof dat om de Bijbel te kunnen begrijpen men het Woord der waarheid recht moet snijden, (II Timotheüs 2:15). Ik leer en gebruik de gehele Bijbel. Tevens leg ik de nadruk op de aparte bediening die de apostel Paulus gekregen heeft en zie zijn brieven als onze persoonlijke brieven. De gehele Bijbel is voor ons maar de gehele Bijbel spreekt niet over ons.
Ik geloof dat Christus God zelf is. Dat Hij in het vlees is geopenbaard en uit de maagd Maria geboren is. Ik belijd dat God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één zijn. Ik geloof dat Christus uit de doden opgestaan is, en nu aan de rechterhand van de Vader zit waar Hij voor ons pleit, (Romeinen 8:34).
Samen met de apostel Paulus kan ik zeggen dat ik alleen door Gods genade ben wat ik ben, (I Korinthe 15:10). Mijn levensdoel is uit te komen voor Gods genade evangelie en het haar kracht niet te ontnemen."Ik doe de genade Gods niet te niet; want indien de rechtvaardigheid door de wet is, zo is dan Christus tevergeefs gestorven." (Galaten 2:21)
Ik geloof dat er maar één plaats is waar de zondaar God kan ontmoeten, namelijk het kruis. Dat geen enkel religieus werk ons dichter bij God kan brengen gezien het feit dat behoudenis volkomen op Gods genade berust, (Efeze 2:8,9). Ik ben een voorstander van een geestelijk leven waarin de gelovige God ook in zijn lichaam eert. Ons lichaam is Gods tempel, (I Korinthe 3:16). We behoren niet te wandelen in de geest van deze wereld, niet om behouden te worden, maar omdat wij behouden zijn.
Aangaande de positie van de doden, tussen de dood en opstanding geloof ik in een positie van bewustzijn. Wanneer de gelovige sterft, is hij met de Here, (II Korinthe 5:8). Na diep onderzoek ben ik ervan overtuigd dat de leer over de onbewuste positie van de doden tussen dood en opstanding (zielenslaap) niet gegrond is op de Schrift en ik beschouw het als valse leer.
Tevens geloof ik met mijn gehele hart dat al degenen die weigeren Christus aan te nemen als hun Verlosser, voor eeuwig verloren zullen gaan, (Johannes 3:36, II Thessalonicensen 2:8-12, Openbaring 20:11-15). Ik ben een tegenstander van het dogma van "alverzoening" en zie daar alleen het werk van satan en zijn poging om Gods werk aan het kruis en de waarde daarvan te niet te doen.
Wat mijn hoop betreft geloof en vertrouw ik op Christus' verschijning in de wolken, (Titus 2:13, I Thessalonicensen 4:13-18). De Here zal eerst Zijn Gemeente opnemen en dan pas weerkeren naar de aarde om te regeren.
In deze tijd beschouwen velen de Pinksterdag in Handelingen 2 als de geboorte van de huidige Gemeente. Ik geloof dat de huidige Gemeente "het lichaam van Christus", niet begon voor de bekering van de apostel Paulus of na zijn eerste reis. Al degenen die leren dat de Pinksterdag het begin van de huidige Gemeente is, hebben de aparte bediening van Paulus over het hoofd gezien. Zij mengen het evangelie van het Koninkrijk met Gods genade evangelie. Een andere onjuiste uitleg van de vraag: "Wanneer is de Gemeente begonnen?" is: "niet eerder dan Handelingen 28". De aanhangers van die leer zien de aparte bediening en roeping van Paulus ook maar ten dele. In hun extreme leer gebruiken ze maar een deel van Paulus' brieven waardoor ook het avondmaal vervalt.
Ik geloof dat het avondmaal wel inbegrepen is in Gods programma voor deze tijd en ik onderwerp mij aan de woorden van de apostel in I Korinthe 11:23-26. Op grond van Gods Woord ben ik overtuigd dat geen enkel kerkgenootschap het recht heeft om iemand te verbieden deel te nemen aan het avondmaal. Het stellen van eisen zoals kerkbelijdenis of waterdoop is onbijbels.
Ik ben God dankbaar dat Hij mij begenadigd heeft in Zijn Zoon Jezus Christus en dat de doop van Christus ook mijn doop is geworden. We lezen in Lukas 12:50 dat Christus Zijn dood aan het kruis, Zijn doop noemt. Door het geloof in Jezus Christus ben ik met alle geestelijke zegeningen in de hemel gezegend. Ik geloof niet in een tweede doop. Met mijn gehele hart geloof ik dat wij Christus behoren te volgen in Zijn doop, niet de eerste, met water, maar de tweede: ZIJN DOOP IN DE DOOD AAN HET KRUIS.
Sommigen hebben mij gevraagd: "Waarom maakt u zich zo druk over het onderwerp van waterdoop?". Het is echter niet zozeer je er druk over maken maar de waarheid van de één doop te benadrukken. Waterdoop is in veel gevallen de oorzaak van scheuringen tussen Gods kinderen geworden. Wij lezen heel duidelijk in Efeze 4:4,5 dat er maar één doop is, de doop die een heel belangrijk onderdeel is in de eenheid onder Gods kinderen. Water kan ons geen stap dichter bij God brengen, maar Christus en onze vereniging met Hem is de enige sleutel tot een gezond en overwinnend geestelijk leven.
In ieder geval heeft geen enkele plaatselijke gemeente die zich een Bijbel-gemeente noemt, het recht om waterdoop als eis tot lidmaatschap te stellen of voor deelneming aan het avondmaal. Wij zijn allen leden van één lichaam, (I Korinthe 12:13) en geen mens heeft het recht om te verdelen wat God heeft verenigd. Ik dank God dat ik uit Zijn genade lid geworden ben van de enige ware Gemeente, namelijk "het lichaam van Christus".
Ik dank God dat ik in Christus volmaakt ben en dat Gods werk aan het kruis voor mijn behoudenis, is volbracht. Ik geloof niet dat waterdoop een getuigenis voor de wereld kan zijn. Mijn getuigenis voor de wereld is niet op religieuze werken of wat dan ook gebaseerd, maar door middel van de verkondiging van Gods blijde boodschap van behoudenis. Tevens door het leiden van een gezond geestelijk leven waarin God de glorie krijgt.
"Benaarstig u, om uzelf Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt." (II Timotheüs 2:15)
In verband met de woorden van de apostel in de bovengenoemde Schrift, geloof ik dat het heel belangrijk is om onderscheid te maken in Gods Woord tussen Zijn plan met het volk Israël en de naties en Zijn plan met de Gemeente "het lichaam van Christus". In mijn prediking gebruik ik de gehele Bijbel. Dat doe ik wel in het licht van de opdracht die de opgevaren Here en Heiland Jezus Christus aan de apostel Paulus heeft toevertrouwd.
Tenslotte is het mijn verlangen om al degenen die de Here Jezus Christus niet kennen, de blijde boodschap van Gods genade te vertellen, (I Korinthe 2:2, 15:1-4). En al degenen die al behouden zijn "...te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid is, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God..." (Efeze 3:9).